Kunst, Jaap. 1915. Terschellinger volksleven: gebruiken, feesten, liederen. Uithuizen: Fongers. [2nd ed. 1938; 3rd ed. 1951] 

_____.  (ed) 1916-18. Noord-Nederlandse volksliederen en –dansen, deel I, II en III. Groningen [2nd ed. 1918-19].  

_____. 1924. ‘Die muziek in den Mangkoe Nagaran’, Djawa 4 suppl., 24–30. 

_____. 1928. ‘Een en ander over den Vorstenlandschen gamelan’, Oedaya 6, 130–137. 

_____. 1929. ‘De l’origine des échelles musicales javano-balinaises’, Journal of the Siam Society 23, 111–122. 

_____. 1929-30. ‘Een overwalsche bloedverwant van den Javaanschen gamelan’, Nederlandsch-Indië oud & nieuw 14, 79–96. 

_____. 1931a. A study on Papuan music. Written at the hand of phonograms recorded by the ethnographer of the 1926 expedition, C. C. F. M. Le Roux, and of other data. Weltevreden: G. Kolff. [2nd rev. ed. in 1967 Music in New Guinea: Three Studies, transl. by Jeune Scott-Kemball (Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde; 53)] 

_____. 1931b. Over zeldzame fluiten en veelstemmige muziek in het Ngada- en Nagehgebied, West-Flores. Weltevreden: Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. 

_____. 1931c. “Verslag van Mr. J. Kunst, ambtenaar voor het systematisch musicologisch onderzoek in den Indischen Archipel” in: Oudheidkundig Verslag 1930 uitgeven door het Koninklijke Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.  Batavia: Albrecht & Co, 68-88. 

_____. 1931d. ‘Et tu, Matthee’ De Gids 95 (4), 268. 

_____. 1934a. De toonkunst van Java. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff. [2nd rev. ed. Music in Java: Its history, its theory and its technique 1949; 3rd exp. ed. (Ernst Heins) 1973]. 

_____. 1934b. Oude westersche liederen uit oostersche landen. Bandoeng: A.C. Nix & Co. (Indisch Comité voor Wetenschappelijke Onderzoekingen Batavia; 8) 

_____. 1936a. ‘A Musicological Argument for Cultural Relationship between Indonesia (probably the Isle of Java), and Central Africa.’ Proceedings of the Musical Association 62, 57–76. [German transl. in Anthropos 31 (1936), 131–140]. 

_____. 1936b. ‘Musicological Exploration in the Indian Archipelago’, Asiatic Review 4, 810–820. 

_____. 1937a. ‘Zum Tode Erich von Hornbostel’s.’ Anthropos 32 (1-2), 239–246. 

_____. 1937b. ‘In contact met Jogja’s grootsten nog levenden kunstenaar’ Utrechts Nieuwsblad (4 December) [Reprint in Djawa 19 [1939], 238-240]. 

_____. 1938. Het levende lied van Nederland. Amsterdam [2nd ed. 1946] 

_____. 1939. Music in Nias. Leiden: Brill (Internationales Archiv für Ethnographie; 38).  

_____. 1940a. Een en ander over den Javaanschen gamĕlan. Amsterdam: Koninklijk Instituut voor de Tropen. (Mededeling; 52. Afdeling Culturele en Physische Anthropologie; 15). 

_____. 1940b. ‘Een merkwaardig blaasinstrument: de Maleische duivenlokfluit’, Cultureel Indië 2, 47–53. 

_____. 1940c. Begdja het gamelan jongetje. Batavia: Moderne Boekhandel Indonesië [2nd ed. 1948; 3rd ed. 1951]. 

_____. 1942a. Music in Flores: A study of the vocal and instrumental music among the tribes living in Flores. Leiden: Brill. 

_____. 1942b. De waardering van exotische muziek in den loop der eeuwen. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff.  

_____. 1945. Een en ander over de muziek en den dans op de Kei-eilanden. Amsterdam: Koninklijke Vereeniging Indisch Instituut (Mededeeling; 64. Afdeeling Volkenkunde; 18). 

_____. 1946a. The Peoples of the Indian Archipelago. Leiden: Brill. 

_____. 1946b. Muziek en dans in de buitengewesten. Leiden/Amsterdam: Brill/Koninklijke Vereeniging Indisch Instituut (Mededeeling; 67. Afdeeling Volkenkunde; 20). 

_____. 1947. De inheemsche muziek en de zending: Voordracht op 1 mei 1946 gehouden voor de Zendingsschool te Oegstgeest. Amsterdam: H.J. Paris.  

_____. 1948a. Around Von Hornbostel’s Theory of the Cycle of Blown Fifths. Amsterdam: Koninklijke Vereeniging Indisch Instituut (Mededeling; 76. Afdeeling Volkenkunde; 27). 

_____. 1948b. ‘Musicology’ in B.J.O. Schrieke (ed.) Report of the Scientific Work Done in the Netherlands on behalf of the Dutch Overseas Territories during the Period between approximately 1918–1943. Amsterdam: Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 194–197. 

_____. 1949. The Cultural Background of Indonesian Music. Amsterdam: Royal Institute for the Indies. (Mededeling; 82. Afdeeling Volkenkunde; 31) 

_____.  1950a. Musicologica: A Study of the Nature of Ethnomusicology, its Problems, Methods, and Representative Personalities. Amsterdam: Koninklijke Vereeniging Indisch Instituut (Mededeling; 90. Afdeling Culturele en Physische Antropologie; 35) [2nd exp. ed., retitled Ethnomusicology, 1955; 3rd ed. 1959; 1994]. 

_____. 1950b. Een en ander over metriek, rhythmiek en meerstemmigheid. [Also in French and English] Leiden: Brill. 

_____. 1952. ‘Die 2000jährige Geschichte Süd-Sumatras im Spiegel ihrer Musik.’ in H.H. Eggebrecht (ed.) Kongressbericht Lüneberg 1950. Cassel: Bärenreiter, 160–167. 

_____. 1953. Sociologische bindingen in de muziek: Rede uitgesproken bij de het aanvaarden van het ambt van lector in de ethno-musicologie aan de Universiteit van Amsterdam vanwege het Koninklijk Instituut voor de Tropen op Dinsdag 27 januari, 1953. ’s Gravenhage: Martinus Nijhoff.  

_____. 1954. Cultural Relations between the Balkans and Indonesia. Amsterdam: Royal Tropical Institute (Mededeling; 107. Afdeling Culturele en Physische Anthropologie; 47). 

_____. 1960. The Origin of the Kemanak. ’s Gravenhage: Martinus Nijhoff (Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde; 116/2).  

_____. 1961. ‘On Dutch Folk Dances and Dance Tunes’, in Mieczyslaw Kolinski (ed.) Studies in Ethnomusicology Vol. 1. New York: Oak Publications, 29–37. 

_____. 1965. ‘Fragments from Diaries Written during a Lecture Tour in the New World … and a Trip to Australia’ in: Gustave Reese and Rose Brandel (eds) The Commonwealth of Music, in Honor of Curt Sachs. New York: Free Press, 328–342. 

_____. 1994a [1934b]. ‘Ancient Western Songs from Eastern Countries’ in: Ernst Heins, Elisabeth den Otter & Felix van Lamsweerde (eds) Indonesian Music and Dance: Traditional Music and its Interaction with the West: A Compilation of Articles (1934-1952) originally published in Dutch. Amsterdam: Royal Tropical Institute/Ethnomusicology Centre ‘Jaap Kunst’, 154–172. 

_____. 1994b [1945]. ‘Music and Dance on the Kai Islands’ in: Ernst Heins, Elisabeth den Otter & Felix van Lamsweerde (eds) Indonesian Music and Dance: Traditional Music and its Interaction with the West: A Compilation of Articles (1934-1952) originally published in Dutch. Amsterdam: Royal Tropical Institute/Ethnomusicology Centre ‘Jaap Kunst’, 205–231. 

_____. 1994c [1946b]. ‘Music and Dance in the Outer Provinces’ in: Ernst Heins, Elisabeth den Otter & Felix van Lamsweerde (eds) Indonesian Music and Dance: Traditional Music and its Interaction with the West: A Compilation of Articles (1934-1952) originally published in Dutch. Amsterdam: Royal Tropical Institute/Ethnomusicology Centre ‘Jaap Kunst’, 173–204. 

_____. 1994d [1947]. ‘Indigenous Music and the Christian Mission: Lecture presented at the Missionary School in Oegstgeest, the Netherlands, 1946’ in: Ernst Heins, Elisabeth den Otter & Felix van Lamsweerde (eds) Indonesian Music and Dance: Traditional Music and its Interaction with the West: A Compilation of Articles (1934-1952) originally published in Dutch. Amsterdam: Royal Tropical Institute/Ethnomusicology Centre ‘Jaap Kunst’, 57–87. 

_____. 1994e [1952]. ‘Two Thousand Years of South Sumatra reflected in its Music’ in: Ernst Heins, Elisabeth den Otter & Felix van Lamsweerde (eds) Indonesian Music and Dance: Traditional Music and its Interaction with the West: A Compilation of Articles (1934-1952) originally published in Dutch. Amsterdam: Royal Tropical Institute/Ethnomusicology Centre ‘Jaap Kunst’, 232–240. 

_____. 1973 [1934]. Music in Java: Its History, its Theory and its Technique, ed. Ernst L. Heins (2 vols.). ‘s Gravenhage: Martinus Nijhoff. 

Kunst, Jaap & R. Wiranatakoesoema 1921. ‘Een en ander over Soendaneesche muziek’ Djawa, 1, 235–252 

Kunst , Jaap & C.J.A. Kunst-Van Wely. 1924. De toonkunst van Bali: Beschouwingen over oorsprong en beïnvloeding, composities, notenschrift en instrumenten. Weltevreden: Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. 

_____. 1925. De toonkunst van Bali, II: Aanvullende beschouwingen naar aanleiding van nieuwe vondsten en van Von Hornbostels Blaaskwinten-theorie. Weltevreden: Albrecht & Co. 

Kunst, Jaap & R. Goris. 1927. Hindoe-Javaansche muziekinstrumenten. Bandoeng: Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen [2nd rev. ed. Hindu-Javanese musical instruments 1968]. 

Kunst, Jaap & R.M.A. Koesoemadinata 1929. ‘Een en ander over pélog en sléndro’ Tijdschrift voor Indische taal-, land- en volkenkunde 69, 320–352.